Negen maanden cel voor bedreiging taxichauffeur met schroevendraaier
Een man die een taxichauffeur heeft bedreigd met een schroevendraaier moet negen maanden de cel in. Deze straf krijgt hij ook omdat hij supermarktmedewerkers bedreigde met een mes nadat hij werd aangehouden op verdenking van diefstal.
De chauffeur was op 18 augustus 2021 aan het werk in Groningen, toen de man plaatsnam op zijn bijrijdersstoel. Bij aankomst op zijn bestemming, betaalde hij de chauffeur met een vals geldbiljet en stapte hij uit. De chauffeur vroeg hem daarna om alsnog te betalen, waarna de man zich omdraaide met een schroevendraaier in zijn hand.
Hij zou stekende bewegingen hebben gemaakt in de richting van de chauffeur. Die deinsde achteruit en viel hierdoor op de grond. Toen hij opstond, bleef de man doorgaan met het maken van stekende bewegingen. Een persoon die het incident zag gebeuren vanuit zijn woning, bevestigt dit met eenzelfde verklaring.
De verdachte ontkende dit echter en stelde dat de getuige dit nooit heeft kunnen zien, omdat hij op de vierde verdieping woont. De afstand zou hiervoor te groot zijn. Bovendien verklaarde de verdachte dat hij geen enkel voorwerp in zijn handen had, maar dat hij doorgaans wel wapens of een mes bij zich draagt. Deze verklaring vond de rechtbank echter niet geloofwaardig.
Bedreiging van supermarktpersoneel
De verdachte stond ook terecht vanwege een incident in een supermarkt op 26 juli 2021. Hij werd aangehouden door een medewerker op verdenking van diefstal. Toen dit gebeurde, zou de man een mes uit zijn jaszak gehaald hebben en richting de medewerker hebben gewezen. Vervolgens riep hij “Ik pak jullie allemaal” en vluchtte hij met de gestolen goederen.
De verdachte bekende de diefstal en verklaarde dat hij een voorwerp uit zijn jas haalde omdat hij zich bedreigd voelde door de medewerkers van de supermarkt. Het voorwerp zou echter geen mes zijn, maar een pen. Dit werd wederom niet geloofwaardig bevonden, vanwege zijn eerdere verklaring dat hij wel eens een mes of een wapen bij zich droeg.
Interventies of toezicht geen mogelijkheid
De rechtbank is van mening dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen maanden passend is voor deze twee feiten. Er werd geen aanleiding gezien om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. Wel is in overweging genomen dat de verdachte al lange tijd problemen heeft, onder andere verslavingsproblematiek. Desondanks werd de straf zonder bijzondere voorwaarden opgelegd, omdat de verdachte bij eerdere straffen geen coöperatieve houding aannam. Er werd bovendien geen mogelijkheid gezien om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag van de verdachte te veranderen.
Lees ook: