Nadat een Belgische Uber-chauffeur een klacht had ingediend, is door de Commissie Arbeidsrelaties van de Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid besloten dat de klager geen zelfstandige is. Zijn werkprestatie zou volledig door Uber bepaald worden, waardoor hij feitelijk werknemer is. 

De betreffende Uber-chauffeur, die sinds november 2019 taxiritten reed voor de taxi-app, stapte halverwege vorig jaar naar de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie (CAR) in zijn thuisland België. Die federale instelling oordeelt of iemand die twijfelt over zijn sociaal statuut, inderdaad werkt als bijvoorbeeld schijnzelfstandige.

De klager, die werd ondersteund door vakbond ACV United Freelancers, argumenteerde dat de arbeidsomstandigheden bij Uber hem beperkten in zijn zelfstandigheid waardoor hij effectief alleen voor Uber werkte. De chauffeur eiste daarom dat hij als werknemer van het Amerikaanse bedrijf gezien zou worden.

Werkprestaties door Uber bepaald

CAR achtte deze claim dus gegrond. Na onderzoek constateert het dat de Uber-chauffeur zijn werkuren niet onafhankelijk kan indelen en dat de werkprestatie door Uber wordt bepaald. Als een klant een tussenstop wil maken, moet deze dat bijvoorbeeld in de app aangeven, want een chauffeur mag niet uit eigen beweging afwijken van een route. Bovendien worden chauffeurs die drie opeenvolgende klanten weigeren van het systeem gegooid en hebben ze onder andere hierdoor beperkte vrijheid.

Vakbond United Freelancers verwacht nu van Uber dat zij de beslissing van CAR uitvoert en de chauffeur voortaan in loondienst neemt. Alhoewel de uitspraak alleen van toepassing is op deze specifieke chauffeur en dus niet voor alle chauffeurs geldt, zal het volgens ACV zeker het debat voeden over de arbeidsrelatiewet en de omgang met (schijn)zelfstandigheid. TaxiPro heeft Uber gevraagd om een reactie.

Brusselse rechtszaak nadert ontknoping

Dit debat zal overigens verder oplaaien als de Brusselse rechtbank binnenkort uitspraak doet in de zaak die de Brusselse taxifederatie FBT onlangs aanspande tegen Uber wegens oneerlijke concurrentie in de hoofdstad. FBT claimt onder andere dat Uber met chauffeurs met een limousine-vergunning werkt, maar dat het traditioneel taxiwerk uitvoert. De beslissing van de rechtbank wordt deze week verwacht.