Diverse Nederlandse touringcarbedrijven hebben de laatste tijd forse naheffingen in verband met de Duitse BTW gekregen. Veel bedrijven regelen de BTW-afdracht voor de verschillende landen waar ze rijden zelf. Maar het is complexe materie, vooral omdat de regels en controles per land sterk verschillen. KNV Bus adviseert daarom, op aanraden van de Duitse belastingdienst, dat touringcarbedrijven zich op dit gebied door een belastingdeskundige laten bijstaan.

In veel landen buiten Nederland moeten touringcarondernemers BTW betalen over de daar afgelegde kilometers. Naar rato van de in het buitenland gereden kilometers moet de BTW verrekend worden in de totale ritprijs. De BTW-percentages verschillen per land, net als de mate waarin er achteraf word gecontroleerd op het juist afdragen van de BTW. Een foutje is dan snel gemaakt, wat jaren later tot aanzienlijke naheffingen kan leiden.

Onlangs hield KNV Bus in samenwerking met de Duitse belastingdienst (Finanzamt) een bijeenkomst voor Nederlandse touringcarondernemers. Hilbert Michel van KNV Bus over de aanleiding van die bijeenkomst: “De indruk bestond dat de Duitsers anders waren gaan nacontroleren op het afdragen van BTW door Nederlandse touringcarbedrijven. De regels bleken echter niet veranderd, de communicatie erover door het Finanzamt wel. Verder zijn de controles in de loop der tijd wel een stuk uitgebreider en daardoor strenger geworden.”

Duizenden euro’s per jaar

Als gevolg daarvan kregen de nodige Nederlandse touringcarbedrijven dus aanzienlijke naheffingen van de Duitse belastingdienst op de mat. “Bij controles is gebleken dat niet iedereen alle kosten volledig had meegerekend. In sommige gevallen gaat het om naheffingen van duizenden euro’s per jaar. En het gaat om naheffingen over een jaar of twee geleden, dus dat geld kan ook niet meer in de toenmalige ritprijs worden verrekend.”

Bij Nederlandse touringcarondernemers bestaat de indruk dat zij vollediger worden gecontroleerd op het naleven van de Duitse BTW-regels dan collega’s in bijvoorbeeld België en Frankrijk. Het Finanzamt heeft namelijk per land een ander kantoor om de belastingzaken met dat land af te handelen. Een touringcarbedrijf in België zou dus anders of strenger kunnen worden gecontroleerd dan een soortgelijke onderneming in Frankrijk of Nederland. Overigens verschillen de BTW-systemen per land zo dat het haast onbegonnen werk is om daar op Europees niveau één geheel van te maken.

“Of het echt zo is dat Nederlandse bedrijven strenger worden gecontroleerd, weten we niet. Maar dat gevoel is wel nadrukkelijk aanwezig onder onze leden. En dat geldt ook voor mensen die met hun bedrijf vestigingen in meerdere landen hebben en het verschil dus kunnen ervaren”, aldus Michel. “Op zich zijn strenge controles geen probleem, maar wel als ze alleen voor Nederlandse bedrijven gelden en die daardoor veel meer dan touringcarbedrijven in andere landen met naheffingen te maken krijgen.”

Niet alles zelf doen

Daar komt nog bij dat de mate waarin een belastingdienst BTW-controles uitvoert op buitenlandse touringcarbedrijven per land enorm verschilt. In sommige landen is volgens hem nagenoeg geen sprake van controles, met de Duitse werkwijze als andere uiterste. Hilbert Michel adviseert bedrijven om binnen dat geheel vooral niet altijd alles zelf te willen doen, want een paar foutjes kunnen een paar jaar later dus dure gevolgen hebben.

“Wij adviseren de touringcarondernemers uiteraard om zich aan de BTW-regels te houden. En daarbij is het echt raadzaam om je door een belastingdeskundige te laten bijstaan, zo vertelde het Finanzamt ons. Het viel hen ook op dat veel Nederlandse bedrijven de BTW-aangifte zelf doen, terwijl Duitse touringcarbedrijven daar belastingadviseurs voor in de arm nemen. Het is lastige materie, dus om alles volgens de regels te doen heb je eigenlijk gewoon deskundige hulp nodig.”