Vakbond FNV vond dat er in Amsterdam te vaak over, en te weinig mét Uber-taxichauffeurs werd gesproken. Daarom organiseerden zij een gesprek tussen aangesloten Uber-chauffeurs en een aantal gemeenteraadsleden. Zorgen waarmee de chauffeurs kampen door de misstanden binnen Uber werden gedeeld, en er werd naar de toekomst gekeken. 

Aanleiding voor het gesprek was de zogenoemde Social Charter die in 2019 tussen de gemeente Amsterdam en Uber tot stand kwam. Hierin werden afspraken vastgelegd over veiligheid, inkomen en duurzaamheid. De Uber-chauffeurs zelf werden hier echter niet bij betrokken. Ook zou er een onafhankelijk onderzoek plaatsvinden naar de inkomsten en werktijden van de chauffeurs, maar de data hiervoor werd uiteindelijk door Uber zelf geleverd. 

FNV meldt dat dit onderzoek aantoonde dat de Uber-chauffeurs voor de coronacrisis ruim vierduizend euro verdienden bij een veertigurige werkweek, en dat er zelden meer dan vijftig uur per week werd gewerkt. De signalen die zij krijgen van de chauffeurs klinken volgens de vakbond daarentegen anders. 

Vaker met chauffeurs zelf praten

De vakbond vond het daarom tijd dat de gemeente in gesprek ging met de chauffeurs en organiseerde een online meeting. Verschillende raadsleden waren aanwezig en leken onder indruk van de verhalen en de zorgen die de chauffeurs met hen deelden. De raadsleden waren het er dan ook over eens dat het van belang is om in het vervolg vaker met de Uber-chauffeurs zelf te gaan praten.

SP-fractielid Tiers Bakker stelt al langer ontevreden te zijn over de Amsterdamse taximarkt, en vindt dat er maatregelen genomen moeten worden. Tijdens de meeting adviseerde het fractielid de chauffeurs om een coöperatie op te richten. Zo kan Uber volgens hem – net zoals onder andere in de Amerikaanse stad Denver – de stad uitgejaagd worden. “Door Amsterdammers te laten zien dat dat er betere alternatieven zijn, kunnen bedrijven gaan concurreren op duurzaamheid en worden taxichauffeurs niet langer uitgebuit op prijs.”  

Machteloosheid bij politiek

De FNV stelt dat de Uber-chauffeurs zich gehoord voelen nu zij rechtstreeks met politici hebben kunnen spreken. Toch geeft Bakker toe dat er ook binnen de politiek een soort machteloosheid wordt ervaren op dit gebied. “We hebben een slechte taxiwet en daarnaast laat de Europese wet toetreders toe”, stelt hij. Desalniettemin willen de raadsleden zich blijven inzetten voor een betere toekomst voor Uber-chauffeurs, in de hoop dat zij net als in het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk als werknemers zullen worden gezien. 

De meeting eindigde dan ook met de afspraak om in april verder te praten. De FNV nodigde hierbij alle raadsleden uit om met verbetervoorstellen te komen. Volgens Bakker is het belangrijk dat er snel tot actie wordt overgegaan. “Zolang deze taxichauffeurs eindeloos door moeten blijven rijden om geld te verdienen, brengt dit ook een gevaar met zich mee voor de veiligheid en voor de volksgezondheid.”