Familiebedrijf Stationtaxi uit Tilburg bestaat deze week 75 jaar. Sinds opa Frans Schollen het bedrijf in 1935 oprichtte is het bedrijf uitgegroeid tot 35 auto’s, 12 bussen en 80 chauffeurs. Vader Ad Schollen is al een tijdje met pensioen, het bedrijf wordt tegenwoordig geleid door kleinzoon Max Schollen (37).

Op zijn tiende jaar zat Schollen al achter het stuur van de taxi. Niet om klanten weg te brengen natuurlijk. “Ik mocht altijd op het einde van de maand alle auto’s aftanken. De pomp stond op ons eigen terrein. Als klein jongetje met een grote Mercedes rijden, dat vond ik prachtig.”

Vaste klanten
Het Tilburgse taxibedrijf richt zich naast straattaxi vooral op de eigen vaste klanten. “Daarvan hebben we er in 75 jaar tijd een hoop opgebouwd”, vertelt een trotse Schollen. “Iedereen weet dat we 24 uur per dag binnen tien tot vijftien minuten een nette auto met goede chauffeur voor de deur hebben staan. Kwaliteit leveren is afspraken nakomen.”

Contractvervoer als Deeltaxi, daar is de Stationtaxi sinds 2003 vanaf gestapt. Schollen: “Naast dat het ten koste ging van onze eigen klanten, was het niet rendabel. Jammer, want het was wel 25 procent van onze omzet. Maar de prijzen waren te laag. Zeker omdat we te vaak als vuilnisbak werden gebruikt. Dan kregen we de ritten die het minst opbrengen.”

Het wagenpark van Stationtaxi bestaat al 75 jaar uitsluitend uit het merk Mercedes. Alle auto’s én de bussen. “Dat is de goedkoopste auto om taxi mee te rijden”, vindt Schollen. “We hoeven geen bpm en BTW te betalen, dus de aanschafprijs is relatief minder belangrijk. De kostprijs per kilometer bestaat vooral uit loonkosten voor de chauffeur.”

Onderhoud
Belangrijker vindt de directeur het onderhoud en de restwaarde bij de keuze voor een nieuwe auto. “Bij Mercedes weten we dat we overal originele onderdelen voor een goede prijs kunnen krijgen. Bovendien is een Mercedes na een aantal jaar met veel kilometers nog goed te verkopen, want ze zijn oerdegelijk. Vooral het 124-type, gemaakt van ’85 tot ’95: niet kapot te krijgen.”

Het onderhoud wordt al door de eigen monteur gepleegd. “We kunnen vrijwel alles zelf vervangen en repareren”, vertelt Schollen. “Kunnen wij iets niet maken, dan kan de dealer het vaak ook niet zelf. Al beschikken zij natuurlijk dan wel over een netwerk om advies te vragen.”

Innovatie is in de 75 jaar dat de Stationtaxi bestaat altijd belangrijk geweest. Zo was het bedrijf een van de eersten in Nederland met taxipraatpalen, gps, digitale rittenuitgave, een zwarte doos in de auto en startten Max en zijn vrouw Tanja in 2007 met het concept Pink Lady Cab; de taxi voor en door vrouwen.

Taxiwet
Toch verlangt Schollen nog wel eens terug naar vroeger. Lees: de jaren voor invoering van de nieuwe Taxiwet in 2000. “Het gezellige is er nu soms wel eens vanaf”, vindt Schollen. “Toen was alles veel gemoedelijker. Er werd meer verdiend en alles op een gezonde manier. Er was meer werk en de tarieven waren beter. Bovendien was er toen meer controle, zodat iedereen zich aan dezelfde spelregels hield. Dat is gezonde concurrentie. Want de openbare orde is gebaat bij een goed taxi-apparaat.”

Door hoeveel generaties Schollen de Stationtaxi nog geleid zal worden, daarover maken Max en Tanja (33) zich nog niet druk. Ze hebben twee zoons van 3 en 4 jaar oud. “Wat ze later gaan doen, is helemaal hun eigen keuze. Maar ze zijn nu al besmet met het taxivirus.”

Bart Pals