Hoge Raad: Minder belasting op zakelijke telefoon
Het gaat om navorderingen die de Belastingdienst heeft opgelegd voor het privégebruik van zakelijke mobiele telefoons in de jaren tot 2007. Tot die tijd gold de regel dat 90% van het gebruik van de mobiele telefoon zakelijk moest zijn. Er mocht dus slechts voor maximaal 10% aan privégesprekken worden gevoerd met de mobiele telefoon van de zaak.
Voor werkgevers was dat nauwelijks te bewijzen. De fiscus rekende vervolgens de mobiele telefoon tot het loon en bracht daarvoor euro 22,69 per maand in rekening. Dat leidde, inclusief brutering, tot forse naheffingen.
In een procedure aangespannen door Ernst & Young heeft de Hoge Raad nu beslist dat het bedrag veel te hoog is. Ten onrechte heeft de fiscus ook de abonnementskosten hierbij in rekening gebracht, aldus de Hoge Raad. Volgens fiscalist Jan Bertram Rietveld van Ernst & Young bestaat ongeveer twee derde van dit bedrag uit abonnementskosten. De naheffingen van de Belastingdienst moeten dus met twee derde worden verlaagd.
Bedrijven die voorheen bezwaar hebben gemaakt tegen de naheffing, kunnen dus rekenen op een teruggave. Om hoeveel geld het in totaal gaat dat de fiscus niet kan innen, is niet duidelijk. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof in Arnhem. Dat moet nog exact vaststellen wat de fiscus in rekening mag brengen voor deze ‘oude gevallen’.
Vanaf 2007 geldt een veel eenvoudigere regeling voor bedrijven. Nu hoeven zij slechts aan te tonen dat minstens 10% van het gebruik van de mobiele telefoon een zakelijke reden heeft.