Kinderombudsman Stans Goudsmit kritisch op aanbestedingsbeleid gemeenten
De Rotterdamse kinderombudsman Stans Goudsmit heeft vraagtekens gezet bij het huidige aanbestedingsbeleid van sommige gemeenten omtrent het doelgroepenvervoer. Dat deed ze in een interview met tijdschrift Binnenlands Bestuur. Goudsmit noemt het “een risico” als gemeenten al het doelgroepenvervoer bij slechts één vervoerder onderbrengen.
Goudsmit gebruikt daarbij de huidige situatie die zich voordoet bij Trevvel als voorbeeld. “Waar een groot risico zit, is dat de gemeente Rotterdam één bedrijf verantwoordelijk heeft gemaakt voor het hele doelgroepenvervoer”, legt ze in het interview uit. “Je ziet nu de kwetsbaarheid van gemeenten als ze via een aanbesteding in zee gaan met één grote speler. Partijen zijn dan noodgedwongen heel aardig voor elkaar. Als gemeente zet je zo’n grote organisatie met een lokale monopoliepositie niet zomaar aan de kant, want wat doe je daarna? Als er al een concurrent is, staat die niet zomaar klaar om alle taken over te nemen.”
Daarnaast constateert de Rotterdamse kinderombudsman nog een probleem. Zo vindt Goudsmit dat gemeenten in de aanbesteding strengere eisen aan chauffeurs moeten stellen. “Het bezit van een rijbewijs is nu genoeg om meerdere kinderen met gedragsproblemen te mogen vervoeren. Dat is heel raar en vraagt veel van chauffeurs. De vaste begeleider moet terug op de bus, dat maakt het werk veel minder zwaar en daarmee aantrekkelijker.”
Tot slot stelt Goudsmit dat de huidige tarieven momenteel te laag zijn. “Zo’n chauffeur rijdt twee uurtjes in de ochtend en twee in de middag. Het tarief is zó laag dat er onderweg soms ook nog pakketjes worden opgehaald om nog wat bij te verdienen, en dat kan je ze niet kwalijk nemen. Ook dat kunnen gemeenten meenemen in de aanbesteding, dat er reële tarieven worden betaald.”
Overmacht
Henk van Gelderen, directeur van Sociaal Fonds Mobiliteit/AIM, is het niet met alles wat kinderombudsman Stans Goudsmit zegt eens. Volgens hem heeft het aantal vervoerders niets met het probleem te maken. “Al had je tien vervoerders gehad, het had niets uitgemaakt. Het personeelstekort is namelijk een landelijk probleem. Dat geldt voor iedereen. Vooral in de grote steden is het een vorm van overmacht.”
Daarnaast is het volgens Van Gelderen juist wel een verstandig idee om het vervoer zoveel mogelijk te bundelen en bij een vervoerder onder te brengen. “Daarmee kunnen werknemers betere contracten krijgen, waardoor ze meer uren kunnen werken. Wij worden daar als sector aantrekkelijker door. Hoe aantrekkelijker je bent, hoe meer mensen langer in onze sector blijven werken. Als je niet aantrekkelijk bent, dan gaan mensen ook weer naar een andere baan zoeken. Dat willen we natuurlijk tegengaan. Ik nodig mevrouw Goudsmit graag uit om eens te komen praten en kennis te maken met de branche.”
Ook de stelling van Stans Goudsmit dat je als chauffeur alleen een rijbewijs nodig hebt om kinderen met gedragsproblemen te mogen vervoeren, klopt volgens Van Gelderen niet. “Naast een rijbewijs moet je namelijk ook nog een taxipas en een VOG hebben. Daarnaast krijg je jaarlijks een opleiding, omdat TX-Keur dat eist. Sommige van die opleidingen zijn gericht op specifieke doelgroepen. Die opleidingen moeten echter wel om de zoveel tijd vernieuwd worden. Dat is wel een belangrijk punt.”
Vaste begeleider
Tot slot is Henk van Gelderen het tot op zekere hoogte eens met de stelling van Goudsmit, dat de vaste begeleider terug moet keren in de busjes die kinderen met gedragsproblemen vervoeren. “Het is misschien wel wenselijk, maar ik weet niet of dat ook haalbaar is. Een vaste begeleider is natuurlijk kostenverhogend. Daar moet ruimte voor worden gemaakt in de budgetten. Dan wordt het vaak een afweging. Als er niet meer geld kan worden vrijgemaakt, dan gaat het vaak ten koste van andere dingen. Dat is natuurlijk altijd een lastige keuze. Het ligt ook heel erg aan de situatie. Als het écht noodzakelijk is, dan moet er geld voor worden vrijgemaakt. Daar kan ik me op zich wel in vinden”, besluit Van Gelderen.
Lees ook: