Opdrachtgevers in het doelgroepenvervoer moeten door de coronacrisis uitgevallen ritten ook in juni, juli en augustus doorbetalen. Anders dreigen er volop faillissementen in het zorgvervoer. Dat benadrukken vakbonden FNV en CNV en branchevereniging KNV in een gezamenlijke oproep.

Sinds het uitbreken van de coronacrisis is het doelgroepenvervoer voor een groot deel stil komen te liggen. Alleen het zorgvervoer inzake nierdialyse en behandelingen voor kanker bleef op peil. Het leerlingenvervoer is inmiddels voor een deel hervat en de komende weken volgt de rest. Met het versoepelen van de coronamaatregelen per 1 juni komt er ook zicht op meer vervoer in het kader van regiotaxi en Valys.

Maar het gaat nog heel lang duren voor de aantallen ritten en passagiers van vóór de coronacrisis weer worden behaald. De sociale partners lieten eerder al uitrekenen dat de kosten voor vervoersbedrijven voor 80 procent doorlopen als er (vrijwel) geen ritten worden gereden. Daarom zijn KNV, FNV en CNV al sinds de huidige situatie is ontstaan bezig om gemeenten, zorginstellingen, verzekeraars en andere opdrachtgevers het vervoer dat uitvalt voor tenminste 80 procent door te laten betalen. Want in veel contracten staat dat wat niet is gereden, niet wordt betaald. En ook de verlengde maatregelen voor coronasteun volstaan volgens KNV, FNV en CNV niet om de hoge vaste lasten te dekken.

Uitstel van executie

“Om faillissementen in het zorgvervoer te voorkomen is het noodzakelijk dat ook de komende drie maanden de vaste kosten van uitgevallen ritten worden doorbetaald”, stellen de sociale partners. FNV, CNV en KNV zien dat de meeste opdrachtgevers de afgelopen maanden bereid zijn geweest 80 procent door te betalen voor niet gereden ritten. Maar er zijn ook opdrachtgevers die aarzelend of afwijzend reageren. Ook willen de sociale partners het misverstand uit de wereld helpen dat doorbetaling een voorschot is dat later kan worden berekend, want dat betekent alleen maar uitstel van executie voor veel vervoerders.

Aanvullende afspraken

Ook als er de komende maanden wordt doorbetaald, is het probleem echter niet opgelost. Door beperkende maatregelen zal het volume van het vervoer nog lange tijd minder blijven dan gebruikelijk was. Bovendien is het door diezelfde maatregelen veel minder goed mogelijk om ritten te combineren en daarmee om rendabel te werken. FNV, CNV en KNV pleiten daarom voor aanvullende afspraken binnen bestaande vervoerscontracten, zodat de taxibedrijven op langere termijn niet alsnog massaal omvallen.

FNV dringt verder aan op concrete afspraken tussen opdrachtgever en vervoerders. Deze afspraken moeten gaan over de correcte loonbetaling aan werknemers, het in dienst houden van de werknemers gedurende de doorbetaling waar dat mogelijk is en het doorbetalen van uitzendbureaus en payrollbedrijven indien er personeel wordt ingeleend.