Steunmaatregelen voor vervoerders Groningen en Drenthe
De leerlingen- en wmo-vervoerders in de provincies Groningen en Drenthe krijgen financiële steun van hun opdrachtgevers om de coronacrisis te doorstaan. Publiek Vervoer Groningen Drenthe wil er daarnaast voor zorgen dat het doelgroepenvervoer in de 24 gemeenten ook na deze moeilijke periode kan overleven.
Publiek Vervoer Groningen Drenthe betreft het wmo-vervoer en leerlingenvervoer, maar ook de Hubtaxi en de ondersteuning van buurtbussen en lokaal vervoer in de 24 Groningse en Drentse gemeenten. In normale tijden zijn er met het wmo-vervoer zo’n 150.000 ritten per maand gemoeid, terwijl er ongeveer 3.500 leerlingen worden vervoerd. Van dat alles is door de coronamaatregelen van het kabinet nog maar een fractie over.
“De laatste weken heeft er veel overleg plaatsgevonden met de verschillende belanghebbenden, waaronder dus ook de vervoerders”, legt projectadviseur Jeroen van Neer uit. “We hebben besproken wat er allemaal is gebeurd, waar de vervoerders tegenaan lopen en welke steun wij vanuit Publiek Vervoer kunnen bieden. Daarnaast is er overleg geweest met met ministerie van Volksgezondheid, KNV en de vakbonden. Dat heeft voor nu geleid tot de afspraak dat we de vervoerders steunen met voorschotten tot 80 procent van wat er normaal zou worden betaald.”
Toekomst onzeker
Directeur Jan Bos geeft daar een korte uitleg bij. “Zoals KNV gevraagd heeft, hebben we week 10 van dit jaar als uitgangspunt genomen om de normomzet voor een gemiddelde maand te berekenen. De vervoerders brengen datgene wat ze nog wel rijden gewoon in rekening en dat wordt ook volledig vergoed. Van het overige vervoer dat ze normaal zouden hebben gereden, betalen we 80 procent.”
Er wordt niet alleen gekeken naar het heden. “Natuurlijk is het belangrijk om eerst deze crisis door te komen, maar ook de toekomst is onzeker”, vertelt Van Neer. “Niemand weet hoe lang het duurt voor het vervoer weer op het normale peil is. En dan nog hebben we te maken met vervoerders waarvan de beperkte marges nu helemaal zijn verdampt. We moeten voorkomen dat er nu bedrijven worden gered die alsnog omvallen als deze crisis straks achter de rug is. De sector doelgroepenvervoer had het voor de coronacrisis al moeilijk en dat zal erna ook zo zijn.”
Leerlingenvervoer
Over die toekomst wordt in Groningen en Drenthe nagedacht met alle betrokken partijen, maar Bos ziet het liefst dat het landelijk op de agenda komt. “Het is namelijk een landelijk probleem waar landelijke oplossingen voor moeten komen. Wij hebben die oplossingen nu ook nog niet, maar het is wel onderwerp van gesprek.”
Dat laatste geldt tevens voor het leerlingenvervoer. Vanaf 11 mei gaan de basisscholen weer deels open, en die in het speciaal basisonderwijs zelfs volledig. Die laatste variant betreft het grootste deel van het leerlingenvervoer in Nederland. En dat dus ook in Groningen en Drenthe weer kan worden opgestart.
Bos: “Vooralsnog is de insteek dat we de routeplanning van voor de coronacrisis per 11 mei weer uit de kast halen. Vervolgens kan het zo zijn dat scholen met andere roosters gaan werken of dat ouders kinderen niet naar school zullen gaan. De komende weken zullen we al dat soort mutaties verwerken en ook daar hebben we geregeld overleg over met de betrokken partijen.”
Richtlijn RIVM
Punt van aandacht is ook hoe het vervoer er in de praktijk zal uitzien. Hoeveel leerlingen mogen er tegelijk in een busje? Moet er 1,5 meter afstand tot de chauffeur worden gehouden? Dat en meer is nog niet duidelijk, zegt Bos. “Maar het gaat ongetwijfeld een rol spelen. De vraag is hoe het RIVM dit ziet en hoe dat kan worden vertaald naar de praktijk van het leerlingenvervoer. Het lijkt me goed dat KNV daarover in gesprek blijft met het RIVM, zodat er voor al het leerlingenvervoer in Nederland duidelijke richtlijnen ontstaan.”