Maximale reistijd leerlingen moet met kwartier omlaag
De gemeenten Nijkerk, Barneveld, Scherpenzeel en Renswoude willen dat ritten in het leerlingenvervoer voortaan maximaal 75 in plaats van 90 minuten duren. Het vervoer moet bovendien mogelijk blijven voor het geld dat er nu ook al aan wordt besteed. Dat zijn enkele uitgangspunten voor de aanbesteding van dit vervoer nu het niet meer binnen het samenwerkingsverband FoodValley valt.
Acht gemeenten brachten hun doelgroepenvervoer via de Gemeenschappelijke Regeling (GR) FoodValley samen onder bij de Valleihopper. Bij dit concept waren de regie en het vervoer van elkaar gescheiden. Daarmee wilden de opdrachtgevers lagere kosten en meer efficiëntie realiseren. Maar er ging in de uitvoering veel mis, vooral in het leerlingenvervoer. Na de nodige onenigheid tussen de betrokken partijen werd besloten alsnog voor het halen van de doelen te gaan. Maar dat lukte niet en uiteindelijk werd besloten de scheiding tussen regie en vervoer weer op te heffen.
Hoe dan wel?
Nu blijkt dat deze organisatievorm niet heeft gewerkt en er afscheid van wordt genomen, vervallen ook “de nut en noodzaak om het vervoer onder te brengen bij de GR.” Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad van Nijkerk. Toen dat besluit was genomen, diende zich de vraag aan: hoe wordt het vervoer dan wel georganiseerd? Het had de voorkeur om dit wel weer in een samenwerkingsverband te doen. Nijkerk vond die samenwerking met Barneveld, waarna Scherpenzeel en Renswoude zich bij die twee aansloten.
“Het leerlingenvervoer verloopt op dit moment over het algemeen goed”, schrijven B&W van Nijkerk, en dat moet ook zo blijven. Gemiddeld zit 90 procent van de leerlingen niet langer dan 60 minuten in een taxibusjes en er worden veel ritten van kinderen uit verschillende gemeenten gecombineerd. Desondanks willen de gemeenten winst boeken op het gebied van reistijd. Die is nu nog maximaal 90 minuten en dat moeten er 75 worden, behalve waar dat vanwege de lengte van de rit niet mogelijk is.
Kwaliteit en duurzaamheid
“Bij vervoer waar 60 minuten nog te lang is, gaat gelden dat het vervoer ‘volgens de kortst mogelijke en meest logische, efficiënte route’ moet plaatsvinden.” De vier gemeenten zetten verder in op kwaliteit, continuïteit van de chauffeurs en duurzaamheid van het vervoer. Gelet op de uitgaven wordt er ook. “Ieder van de vier gemeenten gaat hetzelfde tarief betalen per leerling-kilometer, waarbij de mogelijkheid tot combineren de prijs lager moet houden”, aldus B&W van Nijkerk. En tot slot: “Het is en blijft uitgangspunt dat het vervoer ook binnen deze aanbesteding mogelijk blijft binnen het huidige budget.”
Lees ook:
