Eerder om tafel met opdrachtgevers doelgroepenvervoer
Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit wil helpen een einde te maken aan de race naar de bodem in gunningen van doelgroepenvervoer. Dat de budgetten onder druk staan is geen geheim, maar vervoersbedrijven hebben geregeld de indruk dat ze er wel erg bekaaid van afkomen. In gunningen wordt wel gevraagd naar zaken als kwaliteit en duurzaamheid, maar de prijs is doorgaans erg, zo niet geheel bepalend voor de uiteindelijke aanbesteding van een vervoerscontract.
En daardoor staat ook het vervoer zelf onder druk. Neem het voorbeeld van de Hartekamp Groep, een zorginstelling uit Haarlem die de negatieve ontwikkelingen aan den lijve ondervindt. Ongeveer 450 cliënten van de Hartekamp Groep maken gebruik van vervoer in het kader van de Wet langdurige zorg. Een groep van twintig tot dertig mensen heeft een wmo-indicatie. Enkele jaren geleden werden de tarieven voor dit vervoer gehalveerd. Dat gebeurde in 2013, en sindsdien staat de kwaliteit van het vervoer onder druk. De Hartekamp Groep bezuinigde, maar de mogelijkheden zijn wel zo’n beetje uitgeput. En nog wordt de jaarlijkse begroting voor het vervoer van cliënten, ter waarde van 1 miljoen euro, met 400.000 euro overschreden.
Voor de vervoerders houdt het ook niet over. Dat is wel te zien aan de stroom aan faillissementen van bedrijven die soms al tientallen jaren actief waren in het doelgroepenvervoer. Soms omdat er gewoon niet meer budget voor het vervoer is, in veel gevallen omdat de opdrachtgever met de aanbesteding die race naar de bodem in de hand werkt. Bedrijven schrijven vervolgens laag in om maar aan het werk te blijven, als het moet onder kostprijs: voor veel bedrijven is het realiteit.
Heronderhandelen
Dat wordt al jaren geroepen, maar eind vorig jaar werd het ook nog eens bevestigd door een onderzoeksrapport van SEO (Sociaal Economisch Onderzoek uit Amsterdam) in opdracht van KNV Taxi, CNV Vakmensen en FNV Taxi. In het rapport ‘De vloek van de winnende taxi’ beschrijft SEO wat er structureel mis gaat in het vervoer van doelgroepen.
Om een dreigend faillissement af te wenden of marktaandeel te behouden wordt soms bewust te laag ingeschreven bij aanbestedingen. Ook zijn er lage inschrijvingen omdat vervoerders inspelen op de mogelijkheid tot ‘heronderhandelen’ nadat een opdracht is vergeven.
Een derde oorzaak is volgens SEO dat vervoerders van te voren weinig of geen rekening kunnen houden met een dalend aantal klanten in de toekomst. Vaak wordt dat door de opdrachtgever niet van tevoren duidelijk gemaakt. Soms heeft de vervoerder 30 procent minder reizigers dan waar tijdens de aanbesteding van werd uitgegaan, aldus het onderzoek. Het gevolg van te lage biedingen is dat vervoerders verlies draaien, steeds meer moeite hebben om kwaliteit te leveren aan de klant en steeds meer bezuinigen op vaste kosten, waaronder personeelskosten.
Kwetsbare groepen
Om te proberen uit de neerwaartse spiraal te komen, hebben KNV Taxi, FNV Taxi en CNV Vakmensen de handen ineen geslagen en besloten het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (kortweg AIM) in het leven te roepen. Met dit instrument moet vanuit de bedrijfstak richting opdrachtgevers aan worden geven wat belangrijk is om mee te nemen bij aanbestedingen in het doelgroepenvervoer. Natuurlijk is een gezonde bedrijfsvoering een belangrijke component in deze hele kwestie, maar minstens zo belangrijk is het besef dat doelgroepenvervoer per definitie om kwetsbare groepen gaat. Mensen met een wmo-indicatie, cliënten van de dagbesteding, patiënten: zij laten zich niet voor hun lol vervoeren door taxibedrijven, maar omdat het nodig is. Als ondernemers en werknemers onder grote druk staan om hun werk tegen de laagst mogelijke prijs te doen, dan kan het niet anders of dit gaat ten koste van de kwaliteit van die dienstverlening.
Bestek openbaar
Het project wordt mogelijk gemaakt door een ander orgaan dat sociale partners jaren geleden gezamenlijk hebben neergezet: Sociaal Fonds Taxi, dat onder meer toeziet op de naleving van de cao taxivervoer. Omdat kwaliteit van het vervoer voorop staat en de klant centraal, willen de initiatiefnemers ook afstemming houden over de inrichting en opzet van het instituut met gebruikersorganisaties, zoals Ieder(in).
In eerste instantie richt het AIM zich op het moment dat een bestek voor doelgroepenvervoer openbaar wordt gemaakt door een opdrachtgever. Zo’n bestek wordt doorgenomen en beoordeeld op basis van criteria die de sociale partners belangrijk vinden. Dan gaat het om thema’s als het effect op de arbeidsmarkt, de doorlooptermijn van de aanbestedingsprocedure, de lengte van het contract en de eventuele optiejaren voor verlenging.
Maar het AIM zal ook letten op hoe opdrachtgevers omgaan met de positie van (MKB) bedrijven en onderaannemers in bestekken, de mate waarin duurzaamheid een rol speelt in de aanbesteding, kwaliteit, vakmanschap, TX-keur, de naleving van de cao, contractmanagement, de risicoverdeling tussen opdrachtgever en vervoerder, referenties en geschiktheidseisen en gunningscriteria en weging.
Niveau van inkoop
Als er opmerkingen bij het bestek zijn, laat het AIM dat in de vorm van aanbevelingen weten bij de betreffende opdrachtgever. Ook zullen uitgebrachte aanbevelingen kenbaar gemaakt worden via een nog op te zetten website. De beoordelingscriteria zullen daar straks ook op te vinden zijn. Wat sociale partners uiteindelijk willen bereiken is dat de bedrijfstak in een veel eerder stadium al wordt betrokken in gesprekken met opdrachtgevers die vervoer willen aanbesteden of een vervoersvoorziening willen treffen. In die fase is er namelijk over het algemeen ook meer ruimte voor een goede dialoog met opdrachtgevers.
Het AIM wil een gesprekspartner zijn voor opdrachtgevers, namens de bedrijfstak, bij aanbestedingen in het doelgroepenvervoer. De doelstelling is bijdragen aan een dusdanig niveau van inkoop, dat de vervoerders kunnen en willen investeren in voertuigen, personeelsbeleid en dienstverlening richting de gebruikers. Zulke investeringen dragen er immers ook aan bij dat goed opgeleide en ervaren werknemers voor de branche worden behouden. De kwaliteit van het vervoer valt of staat vaak met de ervaring van de gebruiker in de taxi zelf. De chauffeur speelt daar een hele belangrijke rol in. Als die aspecten in de toekomst beter terug te zien zijn in aanbestedingen en in de uitvoering van vervoerscontracten, is het AIM in zijn opzet geslaagd.
Dit artikel is ook verschenen in Nederlands Vervoer, magazine over mobiliteit. Kijk op de website voor meer informatie over abonneren of het ontvangen van de e-mailnieuwsbrief.
Aanbestedingen hebben ertoe geleid dat nu ook de overgebleven grote taxiondernemers in de problemen komen doordat ze geen kostendekkende aanbestedingen meer kunnen binnen halen.
Dat hebben inmiddels heel veel ondernemers met een Faillissement moeten bekopen.
Dat noemt men “marktwerking”.
Nu wordt ten behoeve van een klein overgebleven groepje grote Taxiondernemers A.I.M. opgericht.
Vraag me af of we hier niet te maken hebben met kartel werking.
Ongewenst naar m’n mening.