Correct Monnereau en WDK mogen vanaf 1 januari de wmo-reizigers in zeven Achterhoekse gemeenten gaan vervoeren. Later komen daar ook de leerlingen en Jeugdwet-cliënten bij.

De gemeenten Aalten, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Bronckhorst, Winterswijk, Berkelland en Oude IJsselstreek werken aan een nieuw systeem voor basismobiliteit. Men doet dit vanuit de wens de Achterhoek beter bereikbaar te maken met verschillende vormen van (openbaar) vervoer. Bij deze nieuwe aanpak worden de regie en uitvoering van het vervoer gesplitst.

240.000 taxiritten

Eerder werd al bekend dat Munckhof per 1 januari 2017 de regiecentrale van deze basismobiliteit voor zijn rekening neemt. De opdracht betreft onder meer het aannemen van de ritaanvragen en het zo efficiënt mogelijk plannen en aansturen van het vervoer. Voor het bedrijf met hoofdkantoor in Horst komt dit neer op het plannen en verwerken van circa 240.000 taxiritten per jaar. Nu is dus ook bekend wie daar de vervoerscapaciteit voor gaan leveren.

De opdracht die aan Correct Monnereau en Willemsen-De Koning is gegund, komt neer op het leveren van de vervoercapaciteit voor het vraagafhankelijk vervoer in de zeven gemeenten. WDK neemt het basispunt Doetinchem voor zijn rekening, Correct Monneau de overige vier: Aalten, Groenlo, Vorden en Winterswijk.

Drie verlengingen

Het gaat daarbij vanaf 1 januari aanstaande om het vervoeren van wmo-reizigers binnen de zeven gemeenten. Op 1 augustus 2017 komen daar leerlingen en cliënten vanuit de Jeugdwet bij. Mogelijk worden er gedurende de contractperiode nieuwe groepen reizigers aan het Achterhoekse systeem toegevoegd. De contracten voor eerste het vraagafhankelijke vervoer en later ook het routevervoer verlopen op zijn vroegst op 31 december 2019. Daarna zijn nog maximaal drie verlengingen mogelijk: tot en met 31 juli 2020, tot en met 31 december 2020 en tenslotte tot 31 juli 2021. De maximale contractduur is vier jaar en zeven maanden.

Duurzaamheid en opleidingsplan

Om het werk gegund te krijgen, moesten de inschrijvende partijen hun aanpak en werkwijze op diverse vlakken kenbaar maken. Dat kon door zo concreet mogelijk antwoord te geven op zeven vragen. Zo moesten inschrijvers duidelijk maken wat zij doen om een zo hoog mogelijke tevredenheid onder werknemers te realiseren en behouden, welk opleidingsplan er voor de chauffeurs is opgesteld en hoe men zorgt denkt te dragen voor kwaliteit en klanttevredenheid. Ook inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid, organisatie en flexibiliteit moesten de inschrijvers aangeven hoe ze daar invulling aan willen geven.