ATR: regeldrukgevolgen CDT onvoldoende in beeld gebracht
De kosten en regeldruk voor taxiondernemers die vanaf 1 januari 2028 verplicht overgestapt moeten zijn van de BCT (Boordcomputer Taxi) naar de CDT (Centrale Database Taxivervoer), zijn onvoldoende in beeld gebracht. Dat stelt het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) in een uitgebracht advies aan staatssecretaris Chris Jansen. Het ATR adviseert de PVV-bewindsman om de regeldrukgevolgen alsnog in kaart te brengen.
“De overgang van de BCT naar de CDT betekent dat de ondernemers kosten moeten maken. Namelijk de kosten voor de aanschaf van een nieuw systeem”, schrijft het ATR. “Daar staat tegenover dat andere kosten komen te vervallen, zoals het updaten van de BCT bij een gecertificeerde garage. Die gevolgen zijn onvoldoende inzichtelijk gemaakt.”
Van bewaar- naar aanleverplicht
Volgens het ATR is de regeldrukberekening incompleet. “Zo is de regeldrukkostenvermindering van het afschaffen van de BCT niet in kaart gebracht.” Het gaat hierbij om de vermindering van regeldruk voor taxiondernemers, omdat de bewaarplicht van gegevens vervalt als de CDT wordt ingevoerd. In plaats daarvan komt er een aanleverplicht. “De software updates en de vervanging van systeemkaarten zijn ook niet meer nodig.”
Daar staan echter wel andere regeldrukkosten, zoals de keuze voor een IT-middel en een eventueel abonnementstarief aan de IT-leverancier, tegenover. “En in gevallen waarin de taxi recent is voorzien van een BCT, zal die mogelijk versneld moeten worden afgeschreven, wat ook kosten met zich brengt.” Het ATR adviseert staatssecretaris Jansen daarom om de regeldruk in kaart te brengen.
